13-FOTO-bescherming-pers-band-broers-en-zussen_opt

De praktische impact van de wettelijke bescherming van de band tussen broers en zussen

De bescherming van de persoonlijke band tussen broers en zussen

De persoonlijke band tussen broers en zussen speelt al langer onrechtstreeks een rol bij het beoordelen van verblijfsregelingen, via het ‘belang van het kind’.

Sinds de Wet van 20 mei 2021 is dit recht ook wettelijk verankerd door de invoering van nieuwe bepalingen om de persoonlijke banden tussen broers en zussen te beschermen.

Wat is nu de praktische impact van die wettelijke bescherming op de verblijfsregelingen die wij als scheidingsprofessional voor onze cliënten uitwerken?

Broers en zussen

De Wet van 20 mei 2021 voegde een nieuw hoofdstuk toe aan het Burgerlijk Wetboek onder de titel IX Ouderlijk gezag en pleegzorg: hoofdstuk III ‘Broers en zussen’.

Artikel 387septiesdecies OBW bevestigt het recht van broers en zussen om niet van elkaar gescheiden te worden.

Weet ook dat artikel 387sexiesdecies OBW de categorie van broers en zussen substantieel uitbreidt. Het gaat niet enkel om broers en zussen in de strikte zin van het woord, of zelfs niet alleen over halfbroers – en zussen, maar over alle kinderen die samen binnen eenzelfde gezin worden opgevoed en die een bijzondere affectieve band met elkaar hebben ontwikkeld.

Het recht van kinderen om niet van elkaar te worden gescheiden overtreft natuurlijk niet de band tussen ouder en kind. Minderjarige stiefbroers-en zussen kunnen -bij uiteenvallen van het nieuw samengesteld gezin- hun recht om niet van elkaar te worden gescheiden dus niet laten primeren op de huisvesting bij de eigen ouder. 

Ouders kunnen uiteraard slechts een verblijfsregeling vastleggen voor hun gemeenschappelijke kinderen.

Wel zullen deze kinderen, die voorheen samen in het gezin werden opgevoerd, recht hebben op persoonlijk contact met elkaar.

Rechtelijke uitspraken

De rechter die gevraagd wordt om uitspraak te doen over een verblijfsregeling bij gebrek aan akkoord tussen de ouders zal conform art. 374 §2 OBW dus met twee overwegingen rekeningen moeten houden:

– De rechter zal op vraag van minstens een van de ouders bij voorrang de mogelijkheid onderzoeken om de huisvesting van de kinderen op gelijkmatig verdeelde wijze tussen de ouders vast te leggen. Dit voorschrift kennen we al langer, het werd ingeschreven bij wet van 18 juli 2006 op het verblijfsco-ouderschap.

– Sinds de Wet van 20 mei 2021 werd daaraan ook volgende overweging toegevoegd: Ingeval de ouders meerdere kinderen hebben, streeft de rechtbank eenzelfde regeling na voor alle broers en zussen. Zou dat niet het geval zijn, omdat een gelijklopende regeling niet in het belang van de kinderen is, moet minstens worden bepaald hoe de kinderen persoonlijke contacten met elkaar zullen onderhouden.

Streven naar eenzelfde regeling voor alle kinderen kan zelfs een reden zijn om een gelijkmatig verdeeld verblijf af te wijzen, wanneer dat bv. omwille van de leeftijd van het jongste kind nog niet passend wordt geacht.

Dit voorschrift voor de rechter is beperkt tot de gemeenschappelijke kinderen, maar bij vaststelling van de verblijfsregeling moet ook rekening worden gehouden met de band van die kinderen met halfbroers-zussen en stiefbroers-zussen. Over de verblijfsregeling van die kinderen kan de rechter zich natuurlijk niet uitspreken, maar hij houdt er wel zoveel mogelijk rekening mee.

Het recht moet steeds worden beoordeeld in het belang van elk kind. Er is dus zeker ook ruimte om te oordelen dat het toepassen van dit recht om niet van elkaar gescheiden te worden, in een bepaald geval niet in het belang van het kind zal zijn. 

Overeenkomst over verblijfsregeling

Voorgaande gaat natuurlijke over de hypothese waarin ouders het onderling niet eens geraken over de verblijfsregeling en zich voor een uitspraak tot de rechter wenden.

Maar wat is dan de impact van de wettelijke bescherming van de band tussen broers en zussen op overeenkomsten over verblijfsregeling voor minderjarige kinderen in een EOT of ouderschapsovereenkomst?

Het recht van boers en zussen om niet van elkaar te worden gescheiden, heeft een algemene gelding en speelt dus niet alleen bij rechtelijke beslissingen inzake ouderlijk gezag maar ook bij overeenkomsten met betrekking tot het ouderlijk gezag en verblijf van minderjarige kinderen. 

De rechter aan wie het de overeenkomst wordt voorgelegd (hetzij als onderdeel van de EOT, hetzij als op zichzelf staande ouderschapsovereenkomst), zal dit akkoord homologeren tenzij het kennelijk in strijd is met het belang van het kind.

Bij de beoordeling van de vraag of de overeenkomst niet in strijd is met het belang van het kind, zal de rechter de verblijfsregeling dus ook moeten toetsen aan het recht van broers en zussen om niet van elkaar te worden gescheiden.

Concreet

Concreet zal de scheidingsprofessional op volgende zaken letten:

– Als de scheidende ouders kiezen voor een niet gelijklopende verblijfsregeling voor hun gemeenschappelijke minderjarige kinderen, dan zal die keuze gemotiveerd moeten worden. De ouders zullen moeten motiveren waarom die keuze in het belang is van de kinderen en op welke manier en op welke momenten de kinderen onderling persoonlijk contact zullen hebben.

– De overeenkomst zal vermelden of er – naast de gemeenschappelijke kinderen – nog andere kinderen binnen hun gezin werden opgevoed. Indien dat het geval is, kan besproken en verduidelijkt worden op welke manier de verblijfsregeling voor de gemeenschappelijke kinderen rekening houdt met hun recht om persoonlijke contacten te onderhouden met de andere kinderen die binnen het gezin werden opgevoed en waarmee de gemeenschappelijke kinderen een affectieve band ontwikkelden.

Onze modelovereenkomsten zouden we kunnen aanvullen als volgt:

Toevoeging indien verblijfsregeling voor verschillende gemeenschappelijke kinderen niet gelijkloopt

In het belang van de kinderen hebben de ouders beslist om een verblijfsregeling uit te werken op maat van ieder van hun kinderen. Dit houdt in dat de verblijfsregeling voor hun verschillende gemeenschappelijke kinderen niet gelijkloopt. De ouders maakten deze weloverwogen keuze onder meer omwille van.

 Toevoeging indien andere dan gemeenschappelijke kinderen binnen het gezin werden opgevoed

Partijen verklaren dat, naast hun gemeenschappelijke kinderen, ook volgende kinderen binnen hun gezin werden opgevoed: …

De ouders erkennen de bijzondere affectieve band die tussen deze kinderen bestaat door dat zij samen in hun gezin werden opgevoed en streven naar een maximaal behoud van onderling persoonlijk contact. Bij het vormgeven van nagemelde verblijfsregeling voor hun gemeenschappelijke kinderen werd daar zoveel mogelijk rekening mee gehouden.

portret

Wij zijn Vera en Nele. Twee enthousiaste juridische experts die hun jarenlange ervaring en kennis met jou willen delen. Als gepassioneerde professionals hebben we een diepgewortelde passie voor het scheidingsrecht en streven we ernaar om anderen te helpen in hun cariëre.

Naast het advies in deze Blog organiseren we opleidingen, bieden we modeldocumenten aan en voorzien hulpmiddelen om te groeien als scheidingsprofessional.

Vergelijkbare berichten