kinderalimentatie - Gewijzigde omstandigheden

Gewijzigde omstandigheden, wijziging kostenregeling?

Ingrijpende gewijzigde omstandigheden, wat nu?

Wijziging verblijfsregeling

Je cliënten zijn in 2020 tot een akkoord gekomen in verband met hun echtscheiding en hebben toen een EOT-overeenkomst opgemaakt, die voor wat betreft de afspraken over de kinderen gehomologeerd werd door de rechtbank die de echtscheiding uitsprak.

In september 2021 wijzigt de situatie van de partijen ingrijpend: zoon Karel gaat 100% bij vader wonen, daar waar er vroeger een gelijkmatig verdeeld verblijf was.

Partijen hebben een goede verstandhouding en maken van deze wijziging geen probleem. Ze wijken dus vrijwillig af van de verblijfsregeling opgenomen in hun EOT-overeenkomst zonder dat ze daarvoor een nieuwe overeenkomst opmaken. Ze koppelen aan deze wijziging in het verblijf geen gewijzigde kostenregeling (over dit aspect spreken ze niet).

De wijziging heeft evenwel financiële implicaties. Vader zal vanaf de wijziging van de verblijfsregeling voor 50% meer in natura instaan voor zijn zoon Karel. Vader zal dus, in vergelijking met de EOT-overeenkomst meer kosten dragen dan initieel was afgesproken. 

Dit betekent dat vader  van moeder een (hogere) onderhoudsbijdrage zou kunnen vorderen voor zoon Karel.

Rechtspraak Hof van Cassatie

Een recent gepubliceerd cassatiearrest (19 december 2022, C.20.0530.N) bevestigt nog eens dat een gewijzigde verblijfsregeling (zelfs jaren later) nog financiële gevolgen kan hebben voor de partijen. 

In deze zaak had de moeder na een EOT-overeenkomst in 2005, een eerste vordering ingesteld met het oog op het verhogen van de onderhoudsbijdrage in december 2006. Pas in 2010 werd er door het hof van beroep te Gent beslist dat de regelingsakte voor wat betreft het verblijf van de zoon niet meer afdwingbaar was. Over de onderhoudsbijdrage heeft het hof toen niet geoordeeld (dat aspect werd terug verwezen naar de eerste rechter). Daarna blijft het jarenlang stil aan de zijde van de moeder. Uiteindelijk (na een paar procedurele omwegen) neemt het hof van beroep in 2013 een beslissing inzake de vordering van moeder tot het bekomen van een hoger onderhoudsgeld. Het hof oordeelt dat moeder pas vanaf september 2013 een gewijzigde bijdrage kan bekomen en baseert de beslissing op de billijkheid. Het zou volgens het hof van beroep ernstige financiële gevolgen hebben voor vader als er een al te ruime retroactiviteit zou worden toegestaan. Echter, het Hof van Cassatie heeft deze beslissing van het hof van beroep vernietigd. Het Hof van Cassatie herhaalde dat de herziening van de onderhoudsbijdrage op grond van artikel 1288, 2e lid Ger.W. in de regel kan worden gevorderd met terugwerkende kracht tot het ogenblik waarop de toestand van de ouders of de kinderen ingrijpend wijzigde. 

Concreet

Op ons voorbeeld toegepast, betekent dit het volgende. In september 2021 wijzigde de verblijfsregeling van de kinderen in onderling akkoord tussen de ouders. Evenwel hebben de ouders daarover niets op papier gezet (niet over het verblijf, niet over de kostenregeling). Deze gewijzigde verblijfsregeling kan wel een gevolg hebben op de kostenregeling. Vader zal meer bijdragen in natura. Dit wijzigt de oorspronkelijke verhouding tussen de ouders voor hun bijdragen in de kosten. Hoewel de ouders daarover niets op papier hebben gezet, kan vader wel nog steeds een vordering stellen om op basis van de gewijzigde verblijfregeling een wijziging in de kostenregeling te bekomen.

Als nieuwe omstandigheden buiten hun wil de toestand van de ouders of die van hun kinderen ingrijpend wijzigen (bijvoorbeeld een gewijzigde verblijfsregeling) in die zin dat een herziening van hun EOT-overeenkomst (voor wat betreft de kostenregeling) verantwoord is, dan ontstaat er een recht van herziening van de onderhoudsbijdrage (artikel 1288, 2e lid van het Ger.W.). 

Het recht op aanpassing van de onderhoudsbijdrage vereist niet dat men deze vordering instelt meteen nadat zo’n wijziging zich voordoet. Deze vordering kan men instellen tot minstens tien jaar na het moment waarop de ingrijpende wijziging plaatshad (Dit is de gemeenrechtelijke verjaringstermijn van tien jaar. Maar men zou ook kunnen stellen dat de verjaringstermijn niet begint te lopen zolang de ingrijpende wijziging zich voordoet en men dus meer dan 10 jaar na het ontstaan van de gewijzigde omstandigheid deze nog kan laten vaststellen).  Vervolgens moet de ouder ook een vordering instellen tot het betalen van alimentatie die daardoor verschuldigd is geworden.  De rechter zal de herziene onderhoudsbijdrage moeten laten intreden op het ogenblik dat de gewijzigde verblijfsregeling ontstond. 

Eens de ingrijpende wijziging door een rechter is vastgesteld, kan een ouder dus nog achterstallige alimentatie vorderen. Dit evenwel slechts voor de laatste vijf jaar (voor zover de gewijzigde situatie al zo lang bestaat uiteraard). De vordering tot het betalen van (achterstallige) alimentatie verjaart namelijk na vijf jaar, op grond van artikel 2277 OBW. 

Concreet in dit voorbeeld zou dit betekenen dat vader (minstens) tot september 2031 de gewijzigde omstandigheid kan laten vaststellen en vervolgens een aangepaste onderhoudsbijdrage kan vorderen voor de laatste vijf jaar (dus voor de periode september 2026- september 2031).

Zoals we weten raakt de onderhoudsplicht van de ouders ten aanzien van hun kind (de obligatio, die volgt uit artikel 203 OBW) de openbare orde. De verdeelsleutel van deze onderhoudsplicht tussen de ouders raakt de belangen van het kind echter niet noodzakelijk. Zolang het kind krijgt waar het recht op heeft, maakt het voor het kind weinig uit wie de rekening betaalt.  Het gaat echter niet (alleen) om het kind, maar ook om de afspraak tussen de ouders over de verdeling van de lasten tussen hen (contributio) zoals zij die onderling bepaalden. Het recht op een herziening van de EOT-overeenkomst met betrekking tot de onderhoudsbijdrage kan daarom door een ouder ook louter in het eigen belang gevorderd worden (en zonder dat het kind iets aan onderhoud tekortkwam als gevolg van de gewijzigde omstandigheid).                                                                                                                                                                                    De vordering tot aanpassing van de kinderalimentatie voor het verleden door een retroactieve herziening, kan dan ook niet worden verhinderd door het vermoeden dat het kind niets tekortkwam gedurende de periode van stilzitten. 

Een uitweg uit deze (onbillijk aanvoelende) situatie zou kunnen zijn dat de rechtbank oordeelt dat het lange stilzitten van een ouder gedurende een periode van tien jaar rechtsmisbruik uitmaakt. Echter, enkel het lange stilzitten op zich volstaat niet om van rechtsmisbruik te spreken. Er dienen concrete omstandigheden aanwezig te zijn waardoor het uitoefenen van dit recht rechtsmisbruik zou kunnen uitmaken. Bovendien: zelfs al stelt de rechtbank rechtsmisbruik vast, dan nog moet de uitoefening van het recht door die ouder enkel worden gereduceerd tot een “normale uitoefening” van zijn recht.

Cliënten adviseren

We kunnen hier enkel uit besluiten dat je als scheidingsprofessional de cliënten best adviseert om nieuwe/aanvullende afspraken op papier te zetten wanneer er een aangepaste verblijfsregeling tot stand komt. Niet alleen voor wat betreft de gewijzigde verblijfsregeling, maar ook voor wat betreft de financiële gevolgen die ouders daar (al dan niet) aan willen hechten. Dan is het meteen duidelijk wat de ouders hebben gewild met de wijziging. Zo zijn de ouders zeker dat er naderhand geen onaangename verassingen zijn voor één van hen. Dat levert gemoedsrust op voor alle partijen.

portret

Wij zijn Vera en Nele. Twee enthousiaste juridische experts die hun jarenlange ervaring en kennis met jou willen delen. Als gepassioneerde professionals hebben we een diepgewortelde passie voor het scheidingsrecht en streven we ernaar om anderen te helpen in hun cariëre.

Naast het advies in deze Blog organiseren we opleidingen, bieden we modeldocumenten aan en voorzien hulpmiddelen om te groeien als scheidingsprofessional.

Vergelijkbare berichten